Waarom een natuurinclusieve stadstuin zo krachtig is
Ook in een kleine stadstuin kun je een verrassend grote bijdrage leveren aan natuur en duurzaamheid. Tussen steen en asfalt worden tuinen steeds belangrijker als groene stapstenen voor vogels, insecten en andere dieren. Door je tuin natuurinclusief in te richten, maak je van een versteende plek een mini-ecosysteem waar leven, ontspanning en klimaatbestendigheid samenkomen.
Natuurinclusief betekent dat je bij elke keuze rekening houdt met planten, dieren, water en bodem. Je tuin wordt niet alleen mooier om naar te kijken, maar helpt ook bij het opvangen van hitte, hevige regen en droogte in de stad.
Meer groen, minder steen
Tegels eruit, leven erin
De grootste winst behaal je door tegels te vervangen door groen. Hoe minder verharding, hoe beter water kan wegzakken in de bodem en hoe koeler je tuin blijft op warme dagen. Zelfs als je maar een paar tegels verwijdert, creëer je ruimte voor planten, insecten en bodemleven. Richt de vrijgekomen plek in met een mix van vaste planten, kruiden en bodembedekkers in plaats van alleen gras.
Verticaal vergroenen
Heb je weinig vierkante meters, dan kun je in de hoogte werken. Klimplanten zoals kamperfoelie, wilde clematis of klimop bieden schuilplaatsen en nectar. Een groene schutting of gevel is voor vogels een veilige route door de wijk en vormt voor insecten een doorlopende voedselstrook. Combineer bladverliezende en wintergroene soorten, zodat er het hele jaar door structuur en dekking is.
Voedsel en schuilplaatsen voor dieren
Inheemse planten als basis
Inheemse planten zijn afgestemd op het lokale klimaat en op de behoeften van vlinders, bijen en andere insecten. Kies bloemen die verspreid over het jaar bloeien, zodat er in elk seizoen nectar en pollen beschikbaar zijn. Denk aan wilde marjolein, knoopkruid, dagkoekoeksbloem en veldsalie. Combineer deze met struiken als hondsroos of vuilboom om bessen en nestgelegenheid te bieden voor vogels.
Natuurlijke hoekjes laten bestaan
Laat ergens in je tuin een rommelig hoekje toe. Een stapel takken, wat bladeren en een paar stenen vormen een perfecte schuilplaats voor egels, insecten en bodemdieren. Maai niet alles kort en verwijder niet al het blad in de herfst. Door een deel te laten liggen, bescherm je de bodem en bied je overwinteringsplekken aan allerlei soorten.
Water, bodem en duurzaamheid
Kleine waterplek, grote impact
Een kleine waterschaal, mini-vijver in een kuip of ondiepe bak ingegraven in de grond kan veel dieren aantrekken. Vogels komen drinken en badderen, insecten gebruiken het water om af te koelen en amfibieën vinden er een leefgebied als je genoeg beschutting rond de rand biedt. Zorg dat dieren er makkelijk in en uit kunnen klimmen door stenen of takken in en om het water te leggen.
Zorg voor een levende bodem
Een gezonde, levende bodem is de basis van een natuurinclusieve tuin. Gebruik zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Werk liever met compost, bladmulch en groene bodembedekkers die de grond beschermen tegen uitdroging. Regenwormen, schimmels en andere bodemorganismen verbeteren de structuur van de grond, waardoor planten sterker worden en beter tegen droogte kunnen.
Een tuin die met de seizoenen meebeweegt
Een natuurinclusieve stadstuin is nooit af en verandert met de seizoenen. Door te observeren welke dieren je tuin bezoeken en welke planten het goed doen, kun je elk jaar kleine aanpassingen doen. Zo groeit jouw stadstuin stap voor stap uit tot een veerkrachtige, biodiverse plek die niet alleen jou, maar ook de natuur in jouw buurt zichtbaar vooruithelpt.