wat is een microbos in je tuin?
Een microbos, ook wel tiny forest genoemd, is een klein, dichtbeplant stukje tuin dat wordt ingericht als mini-ecosysteem. Je gebruikt vooral inheemse bomen, struiken en kruiden die weinig ruimte nodig hebben, maar samen een verrassend rijke leefomgeving voor dieren vormen. Zelfs in een gemiddelde rijtjeshuistuin kun je zo een hoek omtoveren tot een volwaardig stukje natuur.
Het idee achter een microbos is dat je op kleine schaal nabootst wat er in een groot bos gebeurt: verschillende lagen beplanting, variatie in soorten en zo min mogelijk verstoring. Dat maakt je tuin koeler in de zomer, natter in droge periodes en levendiger voor vogels, insecten en kleine zoogdieren.
waarom een tiny forest goed is voor biodiversiteit
een schuilplaats voor vogels en insecten
Door bomen en struiken dicht bij elkaar te planten ontstaan er snel schuilplekken. Mussen, merels en roodborstjes vinden voedsel en nestgelegenheid, terwijl insecten profiteren van nectar, stuifmeel en bladresten. Hoe meer soorten je gebruikt, hoe groter de kans dat er het hele jaar door iets in bloei staat of vruchten draagt.
koelte, vocht en gezonde bodem
Een microbos zorgt voor natuurlijke schaduw en houdt vocht beter vast dan een kale, bestraatte tuin. De afgevallen bladeren vormen elk jaar een nieuwe laag strooisel. Daarin leven wormen, pissebedden en schimmels die de bodem luchtig en voedzaam maken. Je tuin wordt zo stap voor stap weerbaar tegen hittegolven en droogte, zonder dat je veel hoeft te sproeien.
zo begin je met een microbos in je eigen tuin
kies de juiste plek en grootte
Je hebt geen enorme tuin nodig. Een vlak van drie bij drie meter is al genoeg om een microbos te starten. Kies bij voorkeur een plek waar minstens een halve dag zon komt, zodat verschillende planten zich goed kunnen ontwikkelen. Haal tegels weg en voorkom dat er nog worteldoek of puin onder de grond ligt, zodat de bodem weer kan ademen.
werk met inheemse soorten in lagen
Voor een robuust mini-ecosysteem gebruik je inheemse soorten die van nature in jouw regio voorkomen. Denk aan een of twee kleine bomen, daaromheen struiken en aan de randen kruiden en bodembedekkers. Door in lagen te werken, benut je de ruimte optimaal en ontstaat er snel een bosachtig effect. Plant soorten dicht op elkaar, maar houd rekening met de uiteindelijke hoogte, zodat er voldoende licht tot de bodem doordringt.
laat de natuur het werk doen
Na de aanplant is het vooral een kwestie van geduld. Geef in het eerste jaar extra water bij langdurige droogte, maar vermijd intensief snoeien en opruimen. Laat bladeren liggen, accepteer wat rommel en observeer wat er gebeurt. Vaak verschijnen er spontaan wilde planten, paddenstoelen en nieuwe insectensoorten. Zo groeit je tiny forest langzaam uit tot een levend stukje natuur waar je nauwelijks onderhoud aan hebt, maar waar je wel elke dag iets nieuws in ontdekt.